FED 2001/509
Onttrekking van een bedrijfsgoed voor privé-doeleinden. Toepassing van interne heffing en BTW-herzieningsregel
HvJ EG 17-05-2001, ECLI:EU:C:2001:280, m.nt. J.J.P. Swinkels
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
17 mei 2001
- Magistraten
Pergola, la; Wathelet; Edward; Jann; Sévon
- Zaaknummer
C-322/99
C-323/99
- Noot
J.J.P. Swinkels
- LJN
AV6339
- JCDI
JCDI:ADS234049:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2001:280, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 17‑05‑2001
ECLI:EU:C:2000:700, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14‑12‑2000
- Wetingang
Art. 5, zesde lid Zesde BTW-richtlijn; Art. 11 A, eerste lid, sub b Zesde BTW-richtlijn; Art. 20, eerste lid, sub b Zesde BTW-richtlijn
Essentie
Onttrekking van een bedrijfsgoed voor privé-doeleinden. Toepassing van interne heffing en BTW-herzieningsregel
Uitspraak
ARREST
1 Bij beschikkingen van 15 juli 1999, ingekomen bij het Hof op 27 augustus daaraanvolgend, heeft het Bundesfinanzhof een aantal prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van de Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1; hierna: Zesde richtlijn).
2 Deze vragen zijn gerezen in gedingen tussen het Finanzamt Burgdorf en Fischer (zaak C-322/99) en tussen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.