BNB 2005/234
Emigratie van een gerechtigde tot een pensioenaanspraak gevolgd door zetelverplaatsing van de pensioenvennootschap. Vervangende heffing op grond van art. 23a Wet Vpb. 1969 is in strijd met art.18 Overeenkomst Nederland-België
HR 13-05-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR1738, m.nt. P. Kavelaars (pensioenaanspraak-vpb-heffing)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 mei 2005
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
39 613
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
P. Kavelaars
- LJN
AR1738
- Roepnaam
pensioenaanspraak-vpb-heffing
- JCDI
JCDI:ADS889005:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR1738, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑05‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR1738, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑05‑2005
- Wetingang
Essentie
Emigratie van een gerechtigde tot een pensioenaanspraak gevolgd door zetelverplaatsing van de pensioenvennootschap. Vervangende heffing op grond van art. 23a Wet Vpb. 1969 is in strijd met art.18 Overeenkomst Nederland-België
Samenvatting
Emigratie van een gerechtigde tot een pensioenaanspraak gevolgd door zetelverplaatsing van de pensioenvennootschap. Vervangende heffing op grond van art. 23a Wet Vpb. 1969 is in strijd met art.18 Overeenkomst Nederland-België
Belanghebbende heeft een pensioenverplichting jegens haar directeur en enig aandeelhouder A. De verplichting wordt in eigen beheer gehouden. Op 1 oktober 1994 verhuist A naar België. In 1996 wordt de zetel van belanghebbende naar België verplaatst. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.