FED 1996/613
De toeslag op grond van de Wet Uitkeringen Burger-Oorlogsslachtoffers 1940-1945 is een periodieke uitkering van publiekrechtelijke aard, waardoor de saldomethode van art. 25, eerste lid, onderdeel g, Wet IB 1964 niet van toepassing kan zijn.
HR 12-06-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1939, m.nt. G.J.M.E. de Bont
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juni 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Fleers; Pos
- Zaaknummer
31 131
- Noot
G.J.M.E. de Bont
- LJN
AA1939
- JCDI
JCDI:ADS225841:1
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1939, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑06‑1996
- Wetingang
Art. 25 Wet IB 1964
Essentie
De toeslag op grond van de Wet Uitkeringen Burger-Oorlogsslachtoffers 1940-1945 is een periodieke uitkering van publiekrechtelijke aard, waardoor de saldomethode van art. 25, eerste lid, onderdeel g, Wet IB 1964 niet van toepassing kan zijn.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1991.
Vaststaat:
3.1. Belanghebbende, geboren in 1929, genoot in 1991 een VUT-uitkering van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds.
3.2. Bij beschikking van 17 september 1990 is hij door de Pensioenuitkeringsraad, die oordeelt over aanvragen op grond van de Wet Uitkeringen Burger-Oorlogsslachtoffers 1940-1945 (hierna: WUBO), erkend als burger-oorlogsslachtoffer in de zin van artikel 2, lid 1, onderdeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.