FED 1999/384
Beroepsvoetballer belast voor transfersom die aan buitenlandse rechtspersoon wordt betaald
HR 10-02-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2672, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 1999
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
33 948
- Noot
P.G.H. Albert
- LJN
AA2672
- JCDI
JCDI:ADS229377:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2672, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑1999
- Wetingang
Art. 22, eerste lid, onderdeel a en art. 33 Wet IB 1964
Essentie
Beroepsvoetballer belast voor transfersom die aan buitenlandse rechtspersoon wordt betaald
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1991.
VASTSTAAT:
2.1 Belanghebbende stond als beroepsvoetballer onder contract bij A te Q. Dit contract is voortijdig beëindigd doordat belanghebbende een contract sloot met B. De onderhandelingen met deze Franse voetbalclub zijn voor belanghebbende gevoerd door zijn vaste adviseur C. Laatstgenoemd contract had betrekking op vier seizoenen, met een optie voor nog een jaar. B betaalde A voor de verkrijging van de transferrechten op belanghebbende als beroepsvoetballer een transfersom van f f.
2.2.1 Naast het door belanghebbende met B gesloten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.