BNB 1999/104
Ondernemingsvrijstelling. Beleggen of daarmee overeenkomende werkzaamheden
HR 16-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2590, m.nt. I.J.F.A. van Vijfeijken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein
- Zaaknummer
33 861
- Noot
I.J.F.A. van Vijfeijken
- LJN
AA2590
- JCDI
JCDI:ADS171594:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2590, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1998
- Wetingang
Art. 8, zesde lid, onderdeel b, tekst 1991, Wet Vpb. 1969; art. 7, derde lid, onderdeel c, tekst 1991, Wet VB 1964
Essentie
Ondernemingsvrijstelling. Beleggen of daarmee overeenkomende werkzaamheden
Samenvatting
Een besloten vennootschap heeft een zowel in absolute als relatieve zin aanzienlijke vordering, waaraan risico's zijn verbonden die een particuliere belegger niet zou aanvaarden.
Hof: De werkzaamheden van de vennootschap waren niet slechts gericht op het verkrijgen van de waardestijging en het rendement die bij normaal vermogensbeheer van haar bezittingen kunnen worden verwacht. De feitelijke werkzaamheid van de vennootschap bestond derhalve niet (uitsluitend) in het beleggen of daarmee overeenkomende werkzaamheden.
HR: Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.