FED 2001/607
HR, 02-11-2001, nr. 36 588
HR 02-11-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD5044
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 november 2001
- Zaaknummer
36 588
- LJN
AD5044
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD5044, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑11‑2001
- Wetingang
Art. 55, zesde lid, Wet IB 1964
Uitspraak
Aanvullende alleenstaande-ouderaftrek vereist verblijf kind in huishouden andere ouder van doorgaans ten minste 3 - 3,5 dag per week.
In geschil is of belanghebbende, X, terecht betoogt dat zijn dochter in 1997 gedurende meer dan zes maanden tot zijn huishouden heeft behoord in de zin van art. 55, zesde lid, Wet IB 1964 en dat hij daarom recht heeft op de aanvullende alleenstaande-ouderaftrek.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: Niet gezegd kan worden dat een kind behoort tot het huishouden van een belastingplichtige als in art. 55, zesde lid, Wet IB 1964 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.