BNB 2010/205
Navorderingsaanslagen opgelegd in strijd met EU-rechtelijke evenredigheidsbeginsel
HR 07-05-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM3301, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 2010
- Magistraten
Berge, van den; Schaap; Tijnagel; Heisterkamp; Feteris
- Zaaknummer
41 550bis
- Noot
P.G.H. Albert
- LJN
BM3301
- JCDI
JCDI:ADS889626:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM3301, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑2010
- Wetingang
Art. 16, vierde lid, AWR; art. 49 en 56 EG
Essentie
Navorderingsaanslagen opgelegd in strijd met EU-rechtelijke evenredigheidscommit; beginsel
Samenvatting
Deze zaak betreft niet-aangegeven provisie-inkomsten, die op een Belgische bankrekening waren gestort. Aan de orde is de toelaatbaarheid van navordering met gebruikmaking van de verlengde navorderingstermijn voor buitenlandsituaties. Voor de nadere beoordeling van het middel waartoe de zaak was aangehouden, herhaalt de Hoge Raad de regels gegeven in zijn arresten HR, BNB 2010/199c* en BNB 2010/200c*. Belanghebbenden hebben in cassatie en ook voor het Hof betoogd dat de Inspecteur meer tijd heeft laten verstrijken dan nodig was voor het voorbereiden en opleggen van de navorderingsaanslagen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.