FED 2000/39
IJzerenvoorraadstelsel; bij de waardering van een surplus kan ter bepaling van de marktwaarde per balansdatum uitgegaan worden van de prijs die overeengekomen wordt bij het afsluiten van termijncontracten; voor het antwoord op de vraag of de kostprijs de marktwaarde overschrijdt, dient - bij dooreen leverbare zaken - niet per (termijn)contract doch per grondstofsoort een beoordeling plaats te vinden
HR 13-10-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2925, m.nt. R.P.C. Cornelisse
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
33 570
- Noot
R.P.C. Cornelisse
- LJN
AA2925
- JCDI
JCDI:ADS229560:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2925, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑1999
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964
Essentie
IJzerenvoorraadstelsel; bij de waardering van een surplus kan ter bepaling van de marktwaarde per balansdatum uitgegaan worden van de prijs die overeengekomen wordt bij het afsluiten van termijncontracten; voor het antwoord op de vraag of de kostprijs de marktwaarde overschrijdt, dient - bij dooreen leverbare zaken - niet per (termijn)contract doch per grondstofsoort een beoordeling plaats te vinden
Samenvatting
Belanghebbende, fabrikant van veevoeders, waardeert de benodigde grondstoffen, die voor 60 tot 70 percent worden ingekocht door middel van termijncontracten, op basis van het ijzerenvoorraadstelsel. Daarbij wordt uitgegaan van de economische voorraad. In cassatie is in geschil: (1) of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.