BNB 2004/352
Het voorhanden hebben van accijnsgoederen vormt een zelfstandig belastbaar feit
HR 09-07-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP9596, m.nt. B. Sio
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2004
- Magistraten
Vliet; Lourens; Berge, van den
- Zaaknummer
38 723
- Noot
B. Sio
- LJN
AP9596
- JCDI
JCDI:ADS888792:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP9596, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2004
- Wetingang
Art. 2f Wet op de accijns
Essentie
Het voorhanden hebben van accijnsgoederen vormt een zelfstandig belastbaar feit
Samenvatting
Belanghebbende heeft accijnsgoederen (alcoholhoudende drank en tabaksproducten) gekocht van een scheepprovianderingsbedrijf/houder van een accijnsgoederenplaats. De goederen werden vrij van accijns geleverd omdat ze bestemd waren voor gebruik aan boord van een schip in het verkeer naar een andere lidstaat. De goederen zijn echter door belanghebbende in Nederland op andere wijze gebruikt of doorverkocht. De Inspecteur legt aanvankelijk zowel een naheffingsaanslag op aan de leverancier als aan belanghebbende, maar vernietigt na bezwaar de aanslag opgelegd aan de leverancier.
HR: De Wet op de accijns kent geen rangorderegeling in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.