BNB 1997/133
Commissarisbeloning die in management-BV is gevloeid
HR 19-02-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3238, m.nt. Van Dijck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 februari 1997
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
32 000
- Noot
Van Dijck
- LJN
AA3238
- JCDI
JCDI:ADS887678:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3238, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑02‑1997
- Wetingang
Art. 4 Wet IB 1964
Essentie
Commissarisbeloning die in management-BV is gevloeid
Samenvatting
De opbrengst van het door belanghebbende vervulde commissariaat bij een verzekeringsmaatschappij is op grond van een tussen hem en zijn management-BV gesloten overeenkomst toegevloeid aan die BV.
HR: Niet blijkt dat zich hier niet het normale geval voordoet van iemand die louter op grond van zijn persoonlijke kwaliteiten tot commissaris is benoemd. Dit brengt mee dat de commissarisbeloning haar grond vindt in de ingevolge art. 3, eerste lid letter h, Wet LB 1964 als dienstbetrekking te beschouwen rechtsverhouding tussen de verzekeringsmaatschappij en belanghebbende zelf. De commissarisbeloning is derhalve door belanghebbende zelf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.