BNB 1995/213
HR, 07-06-1995, nr. 30 326
HR 07-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1615
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juni 1995
- Magistraten
Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30 326
- LJN
AA1615
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1615, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑1995
- Wetingang
Art. 46 Wet IB 1964
Samenvatting
Bouwkundige voorzieningen met een resultaat dat als bestanddeel van de woning moet worden aangemerkt, zijn geen ,,hulp- of kunstmiddelen''
In 1991 heeft belanghebbende f 54 894 uitgegeven voor een ten behoeve van zijn meervoudig gehandicapte dochter medisch noodzakelijke uitbreiding van zijn woning, waarvoor hij een tegemoetkoming van f 37 212 heeft gekregen op grond van de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten.
HR: met juistheid heeft het Hof geoordeeld dat voorzieningen van bouwkundige aard als de onderhavige met een resultaat dat als bestanddeel van de woning moet worden aangemerkt, niet behoren tot de hulp- of kunstmiddelen als bedoeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.