BNB 1996/21
Heeft belanghebbende een bedrijf uitgeoefend? Niet-begrijpelijk oordeel van het Hof
HR 15-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3114
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 november 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Jansen, C.H.M.
- Zaaknummer
30 428
- LJN
AA3114
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3114, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑11‑1995
- Wetingang
Art. 7 Wet OB 1968
Essentie
Heeft belanghebbende een bedrijf uitgeoefend? Niet-begrijpelijk oordeel van het Hof
Samenvatting
Kort nadat belanghebbende ter voorbereiding van de uitoefening van een bedrijf bedrijfsmiddelen en grondstoffen had aangeschaft, heeft hij zijn activiteiten beëindigd.
HR: het oordeel van het Hof dat de omvang en de duurzaamheid van de activiteiten van belanghebbende onvoldoende waren om hem als ondernemer aan te merken, is niet begrijpelijk. Voor een zodanig oordeel is immers slechts reden indien moet worden aangenomen dat belanghebbende niet beoogde met de aangeschafte zaken economische activiteiten uit te oefenen dan wel redelijkerwijs niet te verwachten was dat een zodanige doelstelling te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.