V-N 1999/36.9
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Getuigenbewijs. Onvoldoende gespecificeerd aangeboden getuigenbewijs terecht gepasseerd
HR 24-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2719, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 maart 1999
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Pos; Monné; Kop
- Zaaknummer
34 295
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2719
- JCDI
JCDI:ADS900238:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2719, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑03‑1999
- Wetingang
Art. 17 Wet ARB
Essentie
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Getuigenbewijs. Onvoldoende gespecificeerd aangeboden getuigenbewijs terecht gepasseerd
Samenvatting
Belanghebbende, X, is eigenaar van een pand dat bekend stond als illegale speelgelegenheid. In geschil is of ter zake van in het casino uitbetaalde lonen over 1989, waarover geen loonbelasting is ingehouden en afgedragen, terecht een naheffingsaanslag is opgelegd.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad:
Het betoog dat de eis dat X bij zijn bewijsaanbod had moeten specificeren welke personen als getuigen zouden moeten worden gehoord in zijn algemeenheid geen steun vindt in het recht, is gegrond (HR BNB 1994/258 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.