FED 1997/234
Ondercommanditaire vennootschap acceptabel mits echtgenote gerechtigd is in het liquidatie-overschot. In een overeenkomst vastgelegde terugwerkende kracht kan op zakelijke gronden berusten
HR 12-02-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2098, m.nt. G.Th.K. Meussen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 februari 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van
- Zaaknummer
31 394
- Noot
G.Th.K. Meussen
- LJN
AA2098
- JCDI
JCDI:ADS226316:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2098, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑02‑1997
- Wetingang
Essentie
Ondercommanditaire vennootschap acceptabel mits echtgenote gerechtigd is in het liquidatie-overschot. In een overeenkomst vastgelegde terugwerkende kracht kan op zakelijke gronden berusten
Samenvatting
Belanghebbende, dierenarts, is voor een vierde deel gerechtigd tot de winst en het vermogen van een maatschap waarin hij samen met drie andere dierenartsen voor gemeenschappelijke rekening een dierenartspraktijk uitoefent. In een akte van 24 december 1990 is vastgelegd dat belanghebbende en zijn echtgenote met ingang van 15 januari 1990 een (onder)commanditaire vennootschap hebben opgericht met belanghebbende als beherend en zijn echtgenote als commanditaire vennoot.
Hoge Raad: De echtgenote drijft door middel van de deelname ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.