HR, 27-08-1997, nr. 32 387

Documentgegevens:

HR 27-08-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3277

Instantie: Hoge Raad
Datum: 27 augustus 1997
Zaaknummer: 32 387
LJN: AA3277
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:AA3277, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑08‑1997
Wetingang: Art. 26 en 42a Wet IB 1964; art. 26 BuPo-verdrag

Uitspraak

Belanghebbende, X, drijf een onderneming. Tot het ondernemingsvermogen behoren X' woning en bedrijfsgebouwen. In 1993 verhuurde X één kamer van de woning aan een studente. De (netto)opbrengst bedroeg f 3600. In geschil is of de inspecteur bij de vaststelling van X' aanslag voor 1993 dit bedrag, alsmede f 4140, het ex art. 42a, negende lid, Wet IB 1964 berekende bedrag van de huurwaarde van de gehele woning, terecht tot X' winst rekende.

Hof Arnhem stelt de inspecteur in het gelijk.

Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: Het hof heeft bij het bepalen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.