BNB 2000/299
Kwade trouw. Voorwaardelijk opzet
HR 14-06-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6204, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 2000
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
35 263
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AA6204
- JCDI
JCDI:ADS888247:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6204, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑2000
- Wetingang
Art. 16, eerste lid, AWR
Essentie
Kwade trouw. Voorwaardelijk opzet
Samenvatting
Indien belanghebbende door de Inspecteur de juiste inlichtingen te onthouden zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat zijn aandeel in de firmawinst tot een te laag bedrag in de primitieve aanslag zou worden begrepen, was hij te kwader trouw in de zin van art. 16, eerste lid, AWR.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 maart 1999 betreffende na te melden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.