BNB 2000/21
Kostprijs deelneming. Som betaald ter afkoop van verplichtingen ingevolge een optieovereenkomst
HR 13-10-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2926, m.nt. D. Juch
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein; Amersfoort, van
- Zaaknummer
33 941
- Noot
D. Juch
- LJN
AA2926
- JCDI
JCDI:ADS888065:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2926, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑1999
- Wetingang
Art. 10 Wet IB 1964
Essentie
Kostprijs deelneming. Som betaald ter afkoop van verplichtingen ingevolge een optieovereenkomst
Samenvatting
Belanghebbende sluit een optieovereenkomst waarbij zij aan C BV voor een periode van 1,5 jaar een calloptie verleent op eenderde deel van haar aandelen in een dochtervennootschap en voor die aandelen een putoptie bedingt uitoefenbaar na die termijn, als C BV de calloptie niet inroept. Afgesproken is voorts dat de dochter geen winst zal uitkeren en dat geen onttrekkingen zullen plaatsvinden. De dochter maakt winst en belanghebbende koopt de opties af.
Hof: Door het sluiten van de optieovereenkomst heeft belanghebbende het economische belang bij de aandelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.