FED 2006/66
Hoge Raad stelt prejudiciële vragen inzake fiscale beleggingsinstelling met betrekking tot inkomende dividenden o.a. in derdelandensituaties
HR 14-04-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AT7672, m.nt. S. Wolvers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 april 2006
- Magistraten
der Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
40 037
- Noot
S. Wolvers
- LJN
AT7672
- JCDI
JCDI:ADS199957:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AT7672, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑04‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AT7672, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2006
- Wetingang
Art. 28 Wet VPB 1969, art. 56-58 EG-verdrag
Essentie
Hoge Raad stelt prejudiciële vragen inzake fiscale beleggingsinstelling met betrekking tot inkomende dividenden o.a. in derdelandensituaties
Samenvatting
De belanghebbende, een fiscale beleggingsinstelling ex art. 28 Wet VPB 1969, heeft aandeelhouders woonachtig en gevestigd in verschillende landen, waaronder landen die niet tot de EG of de EER behoren. In het onderhavige jaar worden buitenlandse dividenden ontvangen, waarop bronbelasting is ingehouden. In geschil is de hoogte van de tegemoetkoming ter zake van de buitenlandse bronbelasting. Hof: Van Nederlandse dividendbelasting wordt zonder nadere voorwaarden geheel teruggave verleend. Door bij de tegemoetkoming van buitenlandse bronbelasting rekening te houden met het bestaan van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.