BNB 2001/118
Zaak Midland. Aftrek voorbelasting ter zake van nagekomen kosten die geen bestanddeel vormden van de kostprijs van eerder verrichte prestaties
HvJ EG 08-06-2000, ECLI:EU:C:2000:300, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
8 juni 2000
- Magistraten
Schintgen; Hirsch; Ragnemalm
- Zaaknummer
C-98/98
- Conclusie
A-G Saggio
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AV2195
- JCDI
JCDI:ADS888259:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2000:300, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 08‑06‑2000
ECLI:EU:C:1999:467, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 30‑09‑1999
- Wetingang
Art. 2 Eerste richtlijn; art. 17, tweede, derde, vijfde lid, Zesde BTW-Richtlijn
Essentie
Zaak Midland. Aftrek voorbelasting ter zake van nagekomen kosten die geen bestanddeel vormden van de kostprijs van eerder verrichte prestaties
Samenvatting
Handelsbank die tot de Midland-groep behoort, verleent zowel belaste als vrijgestelde diensten. De bank heeft in 1987 (vrijgestelde) financiële diensten verleend jegens een in de Verenigde Staten gevestigde vennootschap. De op die diensten betrekking hebbende omzetbelasting kan in aftrek worden gebracht omdat de afnemer van de diensten buiten de Gemeenschap is gevestigd. De bank raakt later betrokken bij gerechtelijke procedures inzake die financiële dienstverlening en schakelt daarbij een advocatenkantoor in. Dat kantoor heeft over zijn honoraria omzetbelasting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.