FED 1990/739
Er kan geen omzetbelasting ter zake van het prive-gebruik van tot de onderneming behorende goederen worden geheven, indien de verwerving van het goed niet geleid heeft tot aftrek van voorbelasting. Dit is niet anders indien ter zake van het gebruik en het onderhoud van het goed wel voorbelasting in aftrek kan worden gebracht. In dat geval kan worden geheven over het bedrag van de uitgaven, waarvoor wel aftrek van voorbelasting heeft plaatsgevonden.
HvJ EG 27-06-1989, ECLI:EU:C:1989:262, m.nt. D.B. Bijl
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
27 juni 1989
- Magistraten
Kuhne
- Zaaknummer
50/88
- Noot
D.B. Bijl
- LJN
BF3144
- JCDI
JCDI:ADS207841:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1989:262, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 27‑06‑1989
ECLI:EU:C:1989:109, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 02‑03‑1989
- Wetingang
art. 6 lid 2 Zesde BTW-Richtlijn
Essentie
Er kan geen omzetbelasting ter zake van het prive-gebruik van tot de onderneming behorende goederen worden geheven, indien de verwerving van het goed niet geleid heeft tot aftrek van voorbelasting. Dit is niet anders indien ter zake van het gebruik en het onderhoud van het goed wel voorbelasting in aftrek kan worden gebracht. In dat geval kan worden geheven over het bedrag van de uitgaven, waarvoor wel aftrek van voorbelasting heeft plaatsgevonden.
Uitspraak
Deze zaak betreft een verzoek van het Finanzgericht Munchen om een prejudiciele beslissing over een aantal vragen betreffende de uitlegging van de Zesde richtlijn nr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.