BNB 2002/400:Uitgaven voor kinderopvang; drempel en maximum in 1995. Verschillen in behandeling tussen loonbelasting en inkomstenbelasting. Discriminatie?

BNB 2002/400

Uitgaven voor kinderopvang; drempel en maximum in 1995. Verschillen in behandeling tussen loonbelasting en inkomstenbelasting. Discriminatie?

Documentgegevens:

HR 12-07-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE5215, m.nt. R.H. Happé

Instantie: Hoge Raad
Datum: 12 juli 2002
Magistraten: Korthals Altes; Monné; Amersfoort, van; Berge, van den; Leemreis
Zaaknummer: 36 254
Noot: R.H. Happé
LJN: AE5215
JCDI: JCDI:ADS888547:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2002:AE5215, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑07‑2002
Wetingang: Art. 46 Wet IB 1964; art. 26 IVBPR; art. 14 EVRM; art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM

Essentie

Samenvatting

Voor de aftrek van uitgaven voor kinderopvang als buitengewone lasten geldt een niet-aftrekbaar drempelbedrag dat gelijk is aan 100% van de door de minister van WVC geadviseerde ouderbijdragen. Voor de loonbelasting is het belaste, niet-vrijgestelde gedeelte van in natura genoten kinderopvang en van een vergoeding van uitgaven voor kinderopvang gesteld op 75% van die ouderbijdragen. Verder geldt voor de buitengewonelastenaftrek een maximum van ƒ 10 250 per kind. Een vergelijkbaar maximum geldt niet voor de vrijstelling in de loonbelasting.

HR: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.