BNB 1995/125
HR, 15-03-1995, nr. 30 192
HR 15-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1535, m.nt. G.J. van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30 192
- Noot
G.J. van Leijenhorst
- LJN
AA1535
- JCDI
JCDI:ADS887310:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1535, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑1995
- Wetingang
Art. 26 IVBPR
Samenvatting
Een klacht over schending van bovengenoemd artikel staat wel ter beoordeling van de rechter in belastingzaken
Belanghebbende heeft voor het Hof geklaagd dat de gemeentelijke verordeningen op grond waarvan hem aanslagen in de afvalstoffenheffing ten bedrage van f 342 en in de rioolrechten ten bedrage van f 206,70 zijn opgelegd, doordat in die verordeningen het tarief voor alleenstaanden even hoog is als dat voor meerpersoonshuishoudens en de verordeningen aldus een gelijke behandeling kennen van uit een oogpunt van inzameling van afvalstoffen, onderscheidenlijk afvoer op het riool mogelijk ongelijke gevallen, leiden tot een door art. 26 IVBPR verboden discriminatie. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.