BNB 1999/398
Afstand van mondelinge behandeling
HR 15-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2861
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 september 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Moor, de; Vliet, van; Hammerstein; Lourens
- Zaaknummer
34 903
- LJN
AA2861
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2861, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑09‑1999
- Wetingang
Art. 11 Wet ARB
Essentie
Afstand van mondelinge behandeling
Samenvatting
Belanghebbende en de Inspecteur ontvangen een oproep voor de mondelinge behandeling van een zaak. Daarbij wijst het Hof op de mogelijkheid dat partijen afzien van een mondelinge behandeling. De gemachtigde van belanghebbende bevestigt de ontvangst van de oproep, deelt mee geen bezwaar te hebben tegen afdoening zonder mondelinge behandeling en verschijnt niet op de zitting. De Inspecteur verschijnt wel op de zitting.
HR: Het betoog dat de gemachtigde evenals de Inspecteur zou zijn verschenen bij de mondelinge behandeling indien hij geweten had dat de Inspecteur zou verschijnen, kan niet tot cassatie leiden, aangezien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.