HR, 08-07-1996, nr. 31 410

Documentgegevens:

HR 08-07-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2038

Instantie: Hoge Raad
Datum: 8 juli 1996
Zaaknummer: 31 410
LJN: AA2038
Vakgebied(en): Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1996:AA2038, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1996
Wetingang: Art. 11 Wet ARB; art. 7 Wet IB 1964

Uitspraak

Belanghebbende, X, apotheker, betrok zijn farmaceutische produkten van A BV. X ontving van alle leveranciers, ook van zijn hoofdleverancier A BV, de normale zakelijke kortingen. B BV, met een in gecertificeerde aandelen verdeeld kapitaal, kocht op 18 februari 1985 de aandelen A BV. Alle houders van certificaten van aandelen B BV oefenden het beroep van apotheker uit, hetzij in de vorm van een eenmanszaak, hetzij via een rechtspersoon. Op 7 oktober 1986 verwierf X 2000 certificaten van aandelen in B BV. X heeft de certificaten, waarvan de verkrijgingsprijs f 21 050 bedroeg, steeds tot zijn privé-vermogen gerekend. Na decertificering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.