FED 1995/101
Belanghebbende, een BV is uitgetreden als beherend vennoot in een commanditaire vennootschap en treedt toe als commanditaire vennoot en bleef gerechtigd tot de goodwill en de stille reserve. Belanghebbende verricht geen beheersdaden meer doch anderszins feitelijke ondernemingshandelingen. Door de uittreding als beherend vennoot wordt belanghebbende geacht haar onderneming te hebben gestaakt.
HR 30-11-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA2992, m.nt. D.H.E. van Ruller
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 november 1994
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt, van der; Soest, van
- Zaaknummer
29515
- Noot
D.H.E. van Ruller
- LJN
AA2992
- JCDI
JCDI:ADS238676:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA2992, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑11‑1994
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964 jo. art. 20, vijfde lid, Wet Vpb. 1969
Essentie
Belanghebbende, een BV is uitgetreden als beherend vennoot in een commanditaire vennootschap en treedt toe als commanditaire vennoot en bleef gerechtigd tot de goodwill en de stille reserve. Belanghebbende verricht geen beheersdaden meer doch anderszins feitelijke ondernemingshandelingen. Door de uittreding als beherend vennoot wordt belanghebbende geacht haar onderneming te hebben gestaakt.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting 1985.
Vaststaat:
Belanghebbende is opgericht bij akte van 24 september 1981 onder de naam E BV met vestigingsplaats Q. In het aandelenkapitaal van belanghebbende werd deelgenomen door F voor 34 aandelen van f 1000 nominaal en door G voor één ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.