BNB 2000/148
Waardering inhoud getuigenverklaring. Niet bewezen dat het economisch belang bij een aandelenpakket een ander aanging dan de aandeelhouder
HR 23-02-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4920
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 februari 2000
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
35 219
- LJN
AA4920
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA4920, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑02‑2000
- Wetingang
Art. 39, derde lid, Wet IB 1964, art. 17 Wet ARB
Essentie
Waardering inhoud getuigenverklaring. Niet bewezen dat het economisch belang bij een aandelenpakket een ander aanging dan de aandeelhouder
Samenvatting
Belanghebbende houdt in juli 1990 via C BV, alle aandelen D BV. Op 31 juli 1990 voert belanghebbende overleg over overdracht van de aandelen D BV aan een door zijn zoon op te richten vennootschap. Daarbij wordt overeenstemming bereikt over de aan de aandelen D BV toe te kennen waarde (6 mln). In april 1991 verkoopt en levert C BV de aandelen D BV aan een door belanghebbende opgerichte vennootschap, H BV voor 6 mln. Op 31 december 1991 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.