FED 1996/263
Een asielzoeker is niet direct bij aankomst in Nederland - met zijn gezin - aan te merken als ingezetene. Pas na verkrijging van een geldige verblijfstitel kan er sprake zijn van ingezetenschap en daarmee recht op kinderbijslag. Het beroep op het Vluchtelingenverdrag baat niet daar dat ziet op gelijke behandeling met personen met de Nederlandse nationaliteit. De Nederlandse nationaliteit leidt echter niet automatisch tot ingezetenschap.
HR 17-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1836, m.nt. C. Overduin
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 januari 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
279
- Noot
C. Overduin
- LJN
AA1836
- JCDI
JCDI:ADS225397:1
- Vakgebied(en)
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1836, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑01‑1996
- Wetingang
Essentie
Een asielzoeker is niet direct bij aankomst in Nederland - met zijn gezin - aan te merken als ingezetene. Pas na verkrijging van een geldige verblijfstitel kan er sprake zijn van ingezetenschap en daarmee recht op kinderbijslag. Het beroep op het Vluchtelingenverdrag baat niet daar dat ziet op gelijke behandeling met personen met de Nederlandse nationaliteit. De Nederlandse nationaliteit leidt echter niet automatisch tot ingezetenschap.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanvraag tot toekenning van kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet (hierna: de AKW) over het tijdvak 1 januari 1991 tot en met 30 september 1991.
Het geschil betrof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.