FED 2004/538
HR, 01-10-2004, nr. 38 080
HR 01-10-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AR3092
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 oktober 2004
- Magistraten
Groeneveld
- Zaaknummer
38 080
- LJN
AR3092
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingen van lagere overheden / Waterschapsbelastingen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR3092, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑10‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AR3092, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2004
- Wetingang
Art. 28a AWR; art. 123, derde lid, onderdeel a, Waterschapswet
Samenvatting
Door heffingsambtenaar zuiveringsschap ingesteld cassatieberoep is niet-ontvankelijk.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelt dat het door een heffingsambtenaar van een zuiveringsschap ingestelde cassatieberoep niet-ontvankelijk is. Uit de AWR en de Waterschapswet volgt volgens de Hoge Raad dat slechts het dagelijks bestuur van het Zuiveringsschap bevoegd is tot het instellen van beroep in cassatie (HR BNB 2002/279).
Aan X is voor 1998 een aanslag verontreinigingsheffing oppervlaktewateren van het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden opgelegd. Deze aanslag is na bezwaar bij uitspraak van de heffingsambtenaar gehandhaafd. X is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij Hof 's-Gravenhage. Het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.