BNB 1999/269
Uitspraak ten onrechte toegezonden aan curator
HR 24-02-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2681, m.nt. M.W.C. Feteris
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 februari 1999
- Magistraten
Jansen; Brunschot, van; Amersfoort, van
- Zaaknummer
34 135
- Noot
M.W.C. Feteris
- LJN
AA2681
- JCDI
JCDI:ADS170903:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2681, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑1999
- Wetingang
Art. 2, derde en vijfde lid, en 17, vierde lid, Wet ARB; art. 6:17 Awb; art. 6:8, eerste lid, Awb
Essentie
Uitspraak ten onrechte toegezonden aan curator
Samenvatting
De griffier van het Hof zendt het afschrift van de uitspraak van het Hof niet toe aan de gemachtigde van belanghebbende, maar aan de curator in het faillissement van belanghebbende. Het beroepschrift in cassatie wordt ingediend nadat na de verzending van het afschrift meer dan zes weken zijn verstreken.
HR: De uitspraak van het Hof is niet op de voorgeschreven wijze verzonden. Het beroep van belanghebbende is ontvankelijk.
In belastingzaken is voor de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie niet vereist dat de curator in een faillissement de failliet machtigt om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.