FED 2005/107
Of een vakantieonderkomen wel of niet op gehuurde grond staat maakt voor de kwalificatie (on)roerend niet uit. Geen strijd met het gelijkheidsbeginsel indien onderscheid wordt gemaakt op basis van een onjuiste rechtsopvatting
HR 24-06-2005, ECLI:NL:HR:2005:AQ7093, m.nt. G. Groenewegen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juni 2005
- Magistraten
Pos; Monné; Leemreis; Maanen, van; Streefkerk
- Zaaknummer
38183
- Noot
G. Groenewegen
- LJN
AQ7093
- JCDI
JCDI:ADS235081:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Waardering onroerende zaken (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AQ7093, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AQ7093, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑06‑2005
- Wetingang
Art. 220 Gemeentewet
Essentie
Of een vakantieonderkomen wel of niet op gehuurde grond staat maakt voor de kwalificatie (on)roerend niet uit. Geen strijd met het gelijkheidscommit; beginsel indien onderscheid wordt gemaakt op basis van een onjuiste rechtsopvatting
Uitspraak
Het geschil betrof de WOZ-beschikking voor het tijdvak 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN B&W OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3 Beoordeling van 's Hofs uitspraak naar aanleiding van het middel en ambtshalve
3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
Belanghebbende is eigenaar van een perceel grond, gelegen in een recreatiepark. Hij heeft op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.