FED 1997/35:Belanghebbende vecht de hoogte van de aan hem opgelegde verhoging (100%) met betrekking tot de motorrijtuigenbelasting in beroep aan. Het hof scheldt de verhoging kwijt tot op 50%. Na de uitspraak van het hof voldoet belanghebbende de door het Gerechtshof vastgestelde verhoging. De ontvanger berekent invorderingsrente over de verhoging vanaf de vervaltermijn van de aanslag tot aan de dag der voldoening, derhalve ook over de periode dat de boete nog niet onherroepelijk vaststond. In tegenstelling tot Hof Leeuwarden oordeelt de Hoge Raad dat het in rekening brengen van invorderingsrente gedurende de periode dat de verhoging nog niet onherroepelijk vaststaat niet in strijd is met het bepaalde in art. 6 EVRM.