BNB 1995/153
HR, 22-03-1995, nr. 30 137
HR 22-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3066
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 137
- LJN
AA3066
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3066, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑1995
- Wetingang
Art. 17 Wet ARB
Samenvatting
De uitspraak van het Hof diende de redenen in te houden waarom het horen van de belanghebbende heeft plaatsgevonden zonder de bijstand van een tolk
Bij een in de Duitse taal gesteld beroepschrift in cassatie klaagt belanghebbende dat het Hof zijn verzoek om bijstand van een tolk niet heeft gehonoreerd.
HR: voor het geval in cassatie wordt geklaagd dat het horen van een ter zitting van het gerechtshof verschenen belanghebbende, die blijkens de uitspraak van het gerechtshof en de stukken van het geding kennelijk de Nederlandse taal niet voldoende beheerst, heeft plaatsgevonden zonder de bijstand van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.