FED 2011/21
Artikel 10d Wet VPB 1969 is niet in strijd met de discriminatieverboden van artikel 26 IVBPR en artikel 14 EVRM
HR 04-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO2013, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
4 februari 2011
- Zaaknummer
09/05126
- Noot
P.G.H. Albert
- LJN
BO2013
- JCDI
JCDI:ADS198537:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Vennootschapsbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO2013, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO2013, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2010
Essentie
Artikel 10d Wet VPB 1969 is niet in strijd met de discriminatieverboden van artikel 26 IVBPR en artikel 14 EVRM
Samenvatting
Het geschil betreft de aanslag vennootschapsbelasting 2004.
Uitspraak
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
Belanghebbende vormt een groep in de zin van artikel 2:24b BW met A BV, die alle aandelen in belanghebbende houdt. Zowel belanghebbende als haar moedermaatschappij is gevestigd in Nederland.
Belanghebbende heeft in 2001 een bedrag van haar moedermaatschappij geleend. Per 31 december 2004 bedroeg de lening € 745 000. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.