BNB 2010/302
Voor toepassing terbeschikkingstellingsregeling geen onderscheid tussen vestiging tijdelijke en niet-tijdelijke genotsrechten
HR 09-07-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BL7276, m.nt. E.J.W. Heithuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2010
- Magistraten
Vliet, van; Lourens; Bavinck; Overgaauw; Loon, van
- Zaaknummer
09/02649
- Conclusie
A-G mr. Niessen
- Noot
E.J.W. Heithuis
- LJN
BL7276
- JCDI
JCDI:ADS170913:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL7276, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL7276, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 09‑07‑2010
- Wetingang
Art. 3.92, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001
Essentie
Voor toepassing terbeschikkingstellingsregeling geen onderscheid tussen vestiging tijdelijke en niet-tijdelijke genotsrechten
Samenvatting
Belanghebbende houdt indirect alle aandelen in A BV. Belanghebbende is eigenaar van een pand. Op dat pand is ten behoeve van A BV voor 30 jaar een vruchtgebruik gevestigd. In geschil is of het pand in 2001 rendabel is gemaakt in de zin van de terbeschikkingstellingsregeling in de inkomstenbelasting.
HR: Uit de wettekst blijkt dat terbeschikkingstelling kan bestaan in het hebben en het vestigen van een genotsrecht. Noch uit de tekst noch uit de geschiedenis van de totstandkoming daarvan blijkt dat de wetgever hierbij beoogd heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.