FED 1996/562
HR, 08-07-1996, nr. 31 126
HR 08-07-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1937
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
31 126
- LJN
AA1937
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1937, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1996
- Wetingang
Art. 8 Wet IB 1964
Uitspraak
In 1986 bracht belanghebbende, X, zijn veehouderijbedrijf met uitzondering van de bedrijfsgebouwen en de grond in in een met zijn zoon aangegane maatschap. Van de bedrijfsgebouwen en de grond die als buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen zijn aangemerkt, is het genot in de maatschap ingebracht. Op 30 april 1991, aan het eind van het boekjaar 1990/1991, is de maatschap ontbonden. X droeg de bestanddelen van zijn ondernemingsvermogen aan zijn zoon over. De zoon bleef op de boerderij wonen. Begin 1991 betrok X een woning, die op ± 1/2 km van de boerderij nieuw is gebouwd op een toen tot X' buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.