WFR 2005/559
Hof 's-Gravenhage oordeelde mogelijk ten onrechte dat geen sprake is van ambtelijk verzuim.
HR 08-04-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3405
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 april 2005
- Zaaknummer
39 202
- LJN
AT3405
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT3405, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑04‑2005
- Wetingang
Art. 16 lid 1 AWR; art. 16 Wet IB 1964; art. 8 Wet VPB 1969
Essentie
Hof 's-Gravenhage oordeelde mogelijk ten onrechte dat geen sprake is van ambtelijk verzuim.
Samenvatting
Volgens de Hoge Raad oordeelde Hof 's-Gravenhage mogelijk ten onrechte dat geen sprake is van ambtelijk verzuim bij de aan X BV opgelegde navorderingsaanslag vennootschapsbelasting. Bij een geïntegreerde wijze van behandeling van aangiften mag van een belastingambtenaar worden verwacht dat hij een teamgenoot in kennis stelt van door hem bij de beoordeling van een aangifte waargenomen opvallende veranderingen. De Hoge Raad acht verder onbegrijpelijk het oordeel van Hof 's-Gravenhage dat ten tijde van de verplaatsing van de werkelijke leiding van X BV uit Nederland objectief ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.