FED 2001/502
Omkering en verzwaring van de bewijslast bij boete-oplegging bij niet verstrekken van bescheiden
HR 27-06-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2314, m.nt. B. Emmerig
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 juni 2001
- Magistraten
Wattel Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
35 889
- Noot
B. Emmerig
- LJN
AB2314
- JCDI
JCDI:ADS234052:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2314, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑06‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB2314, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2001
- Wetingang
Art. 6 EVRM en art. 29 eerste lid AWR (tekst 1997)
Essentie
Omkering en verzwaring van de bewijslast bij boete-oplegging bij niet verstrekken van bescheiden
Samenvatting
Naar aanleiding van een boekenonderzoek is aan belanghebbende een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. In de aanslag is een boete begrepen. Belanghebbende heeft geweigerd om alle door de inspecteur gevraagde inlichtingen en bescheiden te verstrekken (art. 47 AWR). De Hoge Raad oordeelt dat deze weigering niet gerechtvaardigd kan worden met een beroep op het EVRM en IVBPR. Art. 29, eerste lid AWR (tekst 1997) is hierdoor van toepassing. Wel verstrekte inlichtingen moeten buiten beschouwing gelaten worden bij de boete-oplegging. Het niet verstrekken van inlichtingen mag, gelet op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.