FED 1996/952
Verplaatsing door de huurder/winkelexploitant van een trapopgang naar de bovenwoning, in gebruik bij een andere huurder, vindt plaats in het kader van zijn onderneming en is dus aftrekbaar.
HR 02-10-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2042, m.nt. W.A.P. Nieuwenhuizen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 oktober 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Brunschot, van
- Zaaknummer
31558
- Noot
W.A.P. Nieuwenhuizen
- LJN
AA2042
- JCDI
JCDI:ADS226067:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2042, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑10‑1996
- Wetingang
Art. 15 Wet OB 1968; art. 17, tweede lid, onderdeel a, Zesde richtlijn
Essentie
Verplaatsing door de huurder/winkelexploitant van een trapopgang naar de bovenwoning, in gebruik bij een andere huurder, vindt plaats in het kader van zijn onderneming en is dus aftrekbaar.
Uitspraak
Het geschil betrof de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 juli 1992 tot en met 30 september 1992.
Vaststaat:
Belanghebbende exploiteerde in het onderhavige tijdvak in een gehuurde winkel een detailhandel in delicatessen en wijnen. De winkel bestond uit twee ruimtes, die grotendeels van elkaar waren gescheiden door een in een afgesloten trappenhuis gesitueerde vrije opgang naar een boven de winkel gelegen woning, die door de eigenaar van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.