FED 1999/148
HR, 10-02-1999, nr. 33 973
HR 10-02-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2669
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 1999
- Zaaknummer
33 973
- LJN
AA2669
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Loonbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2669, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑1999
- Wetingang
Uitspraak
Belanghebbende, X, directeur en enig aandeelhouder van een BV, heeft in zijn woning een werkkamer ingericht die hij mede gebruikt ten behoeve van zijn beroepswerkzaamheden. In geschil is of de door de BV te dezer zake toegekende jaarlijkse vergoeding tot X' loon behoort.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: Het voordeel ter zake van het medegebruik van de kantoorruimte kan worden aangemerkt als inkomsten uit dienstbetrekking en niet als inkomsten uit vermogen. Dat het huurwaardeforfait van art. 42a Wet IB 1964 voor de gehele woning van toepassing is, neemt niet weg dat ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.