FED 2005/57
Redelijke mate van zekerheid dat uitgaven ter zake van sociaal plan en afwikkeling van activiteiten aanwezig zijn?
HR 01-04-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3036, m.nt. R.P.C.W.M. Brandsma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 april 2005
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Bavinck
- Zaaknummer
40341 en 40342
- Noot
R.P.C.W.M. Brandsma
- LJN
AT3036
- JCDI
JCDI:ADS235136:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT3036, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑04‑2005
- Wetingang
Art. 8, eerste lid, Wet VPB 1969 en art. 3.25 Wet IB 2001
Essentie
Redelijke mate van zekerheid dat uitgaven ter zake van sociaal plan en afwikkeling van activiteiten aanwezig zijn?
Samenvatting
Belanghebbende X BV, opgericht in 1987, coördineerde de prijsregulering in de bouwnijverheid. Deze activiteiten waren gebaseerd op het Uniform Prijsregelend Reglement (UPR), zoals vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken. Bij beschikking van 18 oktober 1992 heeft de Europese Commissie het UPR verboden. In 1995 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg te Luxemburg de beschikking van de Europese Commissie bevestigd.In 1991 heeft belanghebbende in verband met de mogelijke beëindiging op last van de Europese Commissie een onderzoek laten verrichten naar de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.