FED 1999/772
Bindingspremie toegekend om werkzaamheden uit te oefenen, niet om werkzaamheden na te laten
HR 15-12-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3852
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 december 1999
- Zaaknummer
34 959
- LJN
AA3852
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3852, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑12‑1999
- Wetingang
Art. 31, tweede lid, Wet IB 1964
Essentie
Bindingspremie toegekend om werkzaamheden uit te oefenen, niet om werkzaamheden na te laten
Uitspraak
In geschil is of de in 1995 uitbetaalde bindingspremie door belanghebbende, X, is genoten t.z.v. het nalaten van diensten als bedoeld in art. 31, lid 2, Wet IB 1964.
Op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris overweegt de Hoge Raad:
In het licht van de toelichting op het Koninklijk Besluit van 22 maart 1988 (Stb. 1988, 142) waarvan de Premieregeling een uitvoeringsregeling is, moet de Regeling aldus worden uitgelegd dat zij ertoe strekt de vliegers door hun een extra beloning in het vooruitzicht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.