BNB 2004/178
Zaak Barbier. Heffing recht van overgang over waarde juridische eigendom panden nadat economische eigendom reeds is overgedragen. EG-recht noopt ertoe de waarde van de leveringsverplichting in aftrek toe te laten
HvJ EG 11-12-2003, ECLI:EU:C:2003:665, m.nt. G.T.K. Meussen
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
11 december 2003
- Magistraten
Jann; Edward; La Pergola, la
- Zaaknummer
C-364/01
- Conclusie
A-G Mischo
- Noot
G.T.K. Meussen
- LJN
AV1409
- JCDI
JCDI:ADS888759:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2003:665, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑12‑2003
ECLI:EU:C:2002:763, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 12‑12‑2002
- Wetingang
Art. 67 EG-Verdrag NOOT 1; art. 1, eerste lid, Richtlijn nr. 88/361 EEG inzake opheffing beperkingen kapitaalverkeer; art. 5, tweede lid, Successiewet 1956
Essentie
Zaak Barbier. Heffing recht van overgang over waarde juridische eigendom panden nadat economische eigendom reeds is overgedragen. EG-recht noopt ertoe de waarde van de leveringsverplichting in aftrek toe te laten
Samenvatting
Erflater, overleden in 1993, woonde sedert 1970 in België en bezat verhuurde panden in Nederland. In 1988 heeft hij de economische eigendom van de panden en de daarop rustende hypothecaire schulden overgedragen aan door hem beheerste Nederlandse vennootschappen. Ingevolge art. 5, tweede lid, Successiewet 1956 wordt de juridische eigendom van de panden tot de binnenlandse bezittingen gerekend, waarover het recht van overgang wordt geheven. De schuld bestaande ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.