BNB 2011/54
Naheffing motorrijtuigenbelasting wegens ten onrechte toegepaste vrijstelling voor taxivervoer. Verhouding tussen art. 20 AWR en art. 76 Wet MB 1994. Naheffingstermijn. Berekening na te heffen belasting. Reden voor opleggen naheffingsaanslag moet in of bij de naheffingsaanslag worden vermeld
HR 26-11-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BL6551, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 november 2010
- Magistraten
Vliet, van; Lourens; Punt; Overgaauw; Loon, van
- Zaaknummer
09/00778
- Conclusie
A-G mr. Van Hilten
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
BL6551
- JCDI
JCDI:ADS889688:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL6551, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL6551, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑11‑2010
- Wetingang
Essentie
Naheffing motorrijtuigenbelasting wegens ten onrechte toegepaste vrijstelling voor taxivervoer. Verhouding tussen art. 20 AWR en art. 76 Wet MB 1994. Naheffingstermijn. Berekening na te heffen belasting. Reden voor opleggen naheffingsaanslag moet in of bij de naheffingsaanslag worden vermeld
Samenvatting
Inhoudelijk identieke procedure aan de hiervoor in BNB 2011/52c* opgenomen zaak, waarin tevens enkele andere formeelrechtelijke aspecten aan de orde komen.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, met inhoudelijk gelijkluidende overwegingen als in het arrest HR, BNB 2011/52c*. Daaraan voegt de Hoge Raad nog toe dat art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.