BNB 2011/52
Naheffing motorrijtuigenbelasting wegens ten onrechte toegepaste taxivrijstelling. Verhouding tussen art. 20 AWR en art. 76 Wet MB 1994. Berekening na te heffen belasting. Reden voor opleggen naheffingsaanslag moet in of bij de naheffingsaanslag worden vermeld
HR 26-11-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BL6447, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 november 2010
- Magistraten
Vliet, van; Lourens; Punt; Overgaauw; Loon, van
- Zaaknummer
08/03432
- Conclusie
A-G mr. Van Hilten
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
BL6447
- JCDI
JCDI:ADS171760:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL6447, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL6447, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑11‑2010
- Wetingang
Art. 20 AWR; art. 76, eerste en tweede lid, Wet MB 1994; art. 3:47 Awb
Samenvatting
Belanghebbende was van 11 april 1997 tot en met 1 april 2001 houder van een personenauto die hij gebruikte voor zijn werkzaamheden als taxichauffeur. Gedurende die periode heeft hij geen motorrijtuigenbelasting voldaan omdat zijns inziens de taxivrijstelling van toepassing was. Na een op 10 september 2002 ingesteld onderzoek is aan belanghebbende op basis van een op 9 mei ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.