FED 1996/468
HR, 05-06-1996, nr. 31 444
HR 05-06-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2034
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 juni 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Fleers
- Zaaknummer
31 444
- LJN
AA2034
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2034, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑06‑1996
- Wetingang
Art. 23 AWR; Art. 276a (oud) Gemeentewet
Uitspraak
Op 20 december 1990 deed B, werknemer van belanghebbende, X BV, over het jaar 1991 aangifte van parkeergeld ter zake van het parkeren krachtens een vergunning ex art. 9 Parkeer- en parkeergeldverordening 1990 en voldeed hij het daartoe verschuldigde bedrag van f 490. Op 15 februari 1991 maakte X BV bezwaar tegen de heffing van leges ad f 480 ter zake van het verlenen van een parkeervergunning voor 1991.
In geschil is of X BV in haar bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.
Hof Amsterdam stelt X BV in het ongelijk.
Op het beroep in cassatie van X BV ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.