FED 1996/774:Waardering stadion op de waarde in het economische verkeer. De opvatting van de belanghebbende, dat indien de bedrijfswaarde lager is dan de verkeerswaarde, die bedrijfswaarde de heffingsgrondslag moet zijn, is onjuist. De grondslag is in beginsel de verkeerswaarde en kan slechts op de gecorrigeerde vervangingswaarde worden gesteld indien de verkeerswaarde aanzienlijk beneden die vervangingswaarde ligt (HR 27 januari 1988, FED 1988/250). Ligt de verkeerswaarde hoger, dan komt die alleen in aanmerking, ook indien in een bijzonder geval de gecorrigeerde vervangingswaarde wordt begrensd door de bedrijfswaarde. Door bij zijn oordeel over de verkeerswaarde van het stadion rekening te houden met de prijs van de aandelen in de belanghebbende (een NV) op de incourante-effectenmarkt, heeft het hof niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Dat de aandelen incourant zijn, is niet onverenigbaar met de vaststelling van de heffingsgrondslag op de waarde als bedoeld in art. 273, derde lid, gemeentewet (1988).