BNB 1996/152
Geen brutering bij naheffing wegens onjuiste toepassing vakantiebonnenregeling
HR 06-03-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1825
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 maart 1996
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Fleers
- Zaaknummer
29 928
- LJN
AA1825
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Loonbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1825, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑03‑1996
- Wetingang
Art. 10 Wet LB 1964
Essentie
Geen brutering bij naheffing wegens onjuiste toepassing vakantiebonnenregeling
Samenvatting
De werknemers van belanghebbende hadden aanspraak op vakantiegeld in de vorm van vakantie(toeslag)bonnen. Belanghebbende heeft loonbelasting ingehouden overeenkomstig de vakantiebonnenregeling, maar het haar werknemers toekomende vakantiegeld rechtstreeks uitbetaald. De nageheven loonbelasting kan zij niet op haar werknemers verhalen, nu die recht hadden op een gedeeltelijk vrijgesteld vakantiegeld. Dit sluit brutering uit.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X BV te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 6 oktober 1993 betreffende na te melden aan haar opgelegde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.