HR, 08-01-1997, nr. 31 902

Documentgegevens:

HR 08-01-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3187

Instantie: Hoge Raad
Datum: 8 januari 1997
Magistraten: Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst
Zaaknummer: 31 902
LJN: AA3187
Vakgebied(en): Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:AA3187, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑01‑1997
Wetingang: Art. 17 Wet ARB; art. 226 gemeentewet

Uitspraak

Belanghebbende, X, heeft op 23 februari 1994 een auto geparkeerd op een plaats waar zij ingevolge de Verordening parkeerbelasting verschuldigd was.

In geschil is of de chef terecht een naheffingsaanslag heeft opgelegd omdat in de auto een parkeerkaartje ontbrak, hetgeen X bestrijdt.

Hof Amsterdam stelt X in het gelijk.

Op het beroep in cassatie van de chef overweegt de Hoge Raad:

Naar het oordeel van het hof heeft X aannemelijk gemaakt dat zij de in art. 1, onderdeel a, Verordening bedoelde belasting heeft voldaan. De chef bestrijdt dit oordeel tevergeefs want het kan als van feitelijke aard ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.