FED 1994/624
Belanghebbende, A BV, verkoopt in 1983 de economische eigendom van een pand aan haar zustermaatschappij C BV. Tegenover de ontvangen koopprijs neemt A BV een leveringsverplichting op voor hetzelfde bedrag. In geschil is of A BV het verschil tussen de boekwaarde van het pand en de ontvangen verkoopprijs, in de winst van 1983 had moeten begrijpen of mocht uitstellen tot de juridische levering. Indien de winst in 1983 had moeten worden genomen, is verder in geschil of de inspecteur dit in het laatst nog openstaande boekjaar, 1987, mag corrigeren. Het hof oordeelt dat in 1983 de winst had moeten worden genomen en dat op basis van de foutenleer een correctie in het laatst nog openstaande boekjaar kan worden gemaakt. De Hoge Raad verwerpt het beroep in cassatie.
HR 21-09-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA2968, m.nt. R.G. Franssen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 september 1994
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Jansen, C.H.M.
- Zaaknummer
29 765
- Noot
R.G. Franssen
- LJN
AA2968
- JCDI
JCDI:ADS238666:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA2968, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑09‑1994
- Wetingang
Essentie
Belanghebbende, A BV, verkoopt in 1983 de economische eigendom van een pand aan haar zustermaatschappij C BV. Tegenover de ontvangen koopprijs neemt A BV een leveringsverplichting op voor hetzelfde bedrag. In geschil is of A BV het verschil tussen de boekwaarde van het pand en de ontvangen verkoopprijs, in de winst van 1983 had moeten begrijpen of mocht uitstellen tot de juridische levering. Indien de winst in 1983 had moeten worden genomen, is verder in geschil of de inspecteur dit in het laatst nog openstaande boekjaar, 1987, mag corrigeren. Het hof oordeelt dat in 1983 de winst had moeten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.