BNB 2001/400
Recht van overgang. Verkrijging van een aandeel in een in Nederland gelegen onroerende zaak door verwanten in de derde graad, die geen erfgenaam zijn, tegen een zakelijk bepaalde tegenprestatie kort voor het overlijden van erflater
HR 10-08-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB3110, m.nt. J.W. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 augustus 2001
- Magistraten
Korthals Altes; Pos; Beukenhorst; Monné; Bavinck
- Zaaknummer
35014
- Conclusie
A-G mr. Van den Berge
- Noot
J.W. Zwemmer
- LJN
AB3110
- JCDI
JCDI:ADS888410:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB3110, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑08‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB3110, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑08‑2001
- Wetingang
Art. 15, eerste lid, Successiewet 1956; art. 26 IVBPR
Essentie
Recht van overgang. Verkrijging van een aandeel in een in Nederland gelegen onroerende zaak door verwanten in de derde graad, die geen erfgenaam zijn, tegen een zakelijk bepaalde tegenprestatie kort voor het overlijden van erflater
Samenvatting
In België wonende erflater heeft kort voor zijn overlijden zijn aandeel in een in Nederland gelegen onroerende zaak tegen een zakelijk bepaalde tegenprestatie overgedragen aan belanghebbenden, vier bloedverwanten in de derde graad, maar geen erfgenamen van erflater.
HR: De fictiebepaling van art. 15, eerste lid, Successiewet 1956 is kennelijk erop gericht om uitholling van recht van overgang door transacties in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.